Gemeenschapsonderwijs, AV Kunstgeschiedenis 2 lt/w
Leerplannummer: 2002/218 (vervangt D/1992/4244/2)
Leerplandoelstellingen (p4-5)
KENNIS
De leerlingen
1 verwerven kennis over
belangrijke kunstenaars, kunstwerken, kunststromingen,
2 bouwen geleidelijk een
kunsthistorisch en kunst esthetisch vocabularium op.
VAARDIGHEDEN
De leerlingen
3 kunnen kunstenaars,
kunstwerken situeren in de grote periodes van de westerse beschaving,
4 kunnen verbanden
aangeven tussen kunstuitingen en samenlevingen in verleden en heden,
5 kunnen kunstenaars en
kunstwerken analyseren en evalueren.
ATTITUDES
De leerlingen
6 tonen intellectuele
belangstelling en openheid t.a.v. kunstenaars en kunstuitingen,
Didactische principes die aan bod komen tijdens de les met de klassite:
- het aanschouwelijkheidsprincipe: ik voorzie illustraties in de vorm van foto's en videomateriaal
het belangstellingsprincipe: ik zou de les beginnen met een stuk uit een videoclip bij het nummer countdown van Beyonce, waar ze de choreografie van Anne-Theresa De Keersmaeker kopieert zeggen dat ik ga vragen waarom ik deze clip heb laten zien.
- het integratieprincipe: ik wou de boekentoren er zeker insteken, ik ga ervan uit dat dit over een school in het Gent gaat, de boekentoren is een belangrijk gebouw voor de stad en iedereen heeft hem wel al gezien van ver of van dicht. (als je school in Gent is) Wie weet komen een aantal studenten er het volgende jaar mee in contact wanneer ze gaan verder studeren. Ideaal zou zijn mochten we een uitstap kunnen maken om een bezoek te brengen aan de boekentoren. (of een deel ervan bezoekenm gezien de restauratiewerken)
- het herhalingsprincipe: met de powerpointpresentatie ( die ik klassikaal zal overlopen) en de educaplayoefeningen krijgen de leerlingen de kans de leerstof te herhalen
- het individualisatie - of differentiatieprincipe: het is de bedoeling dat de leerlingen de leerstof zelfstandig verwerven via de klassite, desgewenst kunnen ze hulp aan elkaar en aan mij vragen. Ook bij de leerinhoud heb ik voor differentiatie gezorgd, diegenen die willen kunnen de ge"integreerde filmpjes bekijken.
-het beperkings- of geleidelijkheidsprincipe: de leerstof is duidelijk afgebakend, drie architecten, 4 gebouwen (en een extra gebouw in de het videofragment). Wat de geleidelijkheid betreft, geef ik eerst de informatie, stap voor stap. Vervolgens herhaal ik met de powerpointpresentatie, die de inhoud in essentie weergeeft. Tot slot vraag ik als oefening een kruiswoordraadsel in te vullen. Voor de evaluatie wordt er verwacht van de leerlingen dat ze niet enkel de termen kennen, zoals in het kruiswoordraadsel, maar dat ze deze binnen de juiste context gebruiken.
Werkvormen
Bij het begin van de les zou via een korte onderwijsleergesprek de leerstof van vorige les, met name de indeling van het modernisme herhalen.
Vervolgens zou ik actief doceren en uitleggen wat de bedoeling is van de les.
Het verwerven van de leerinhoud gebeurt met een individualiserende werkvorm met name zelfstandig leren. Via de klassite tracht ik een krachtige leeromgeving te scheppen. De verantwoordelijkheid voor het leerproces wordt in sterke mate bij de leerling gelegd.
Het herhalen van de leerstof zou ik klassikaal met de powerpoint doen en actief doceren.
Het verwerken door het maken van de oefeningen gebeurt in duo's en is dus een soort groepswerk.
De evaluatie van de leerstof is opnieuw een zelfstandige oefening. De leerlingen maken de oefening en krijgen twee kansen, tidjens de evaluatie en nadien loop ik rond in de klas om te kijken hoe de leerlingen het ervan af gebracht hebben. Deze oefening is als formatieve evaluatie bedoeld, zodat de leerling in kwestie en ikzelf als leerkracht een idee heeft hoe het zelfstandig verwerken is verlopen.